Het ongelijk van content

Leestijd: 2 minuten

Er wordt veel geschreven over content. Content lijkt de sleutel voor merken die aan hedendaagse marketing willen doen.

Daar is een hoop voor te zeggen. Maar, zoals vaak bij trends, is het automatisme gevaarlijk. Waarom heb je content eigenlijk nodig?

Recentelijk hielp ik een groot, wereldwijd merk met hun digitale strategie. Het heeft een aantal mooie contentcases. Ze komen vaak voorbij als een blauwdruk van hoe het moet.

Interessant was echter, dat het succes een belangrijke keerzijde had. Het merk had rumoer gecreëerd en de content had nieuwe mensen aangetrokken.

Maar in commercieel opzicht had dit weinig opgeleverd. Want de mensen die werden aangetrokken, voldeden meestal niet aan het klantenprofiel.

En de content was aantrekkelijk, maar had weinig van doen met de kernpropositie. Het maakte het merk leuk en eigentijds, maar niet relevanter.

Het merk was daardoor op zoek naar een andere koers. Daarom zijn we gaan graven.

We ontdekten dat digitale en sociale media een verrassend aantal obstakels in het oriëntatie-, aankoop- en gebruiksproces konden verbeteren. Deze oplossingen waren misschien iets minder PR-waardig, maar veel relevanter voor de klant en daarmee lonender voor het merk.

Het merk had er dus meer aan om deze media niet als media te benaderen, maar als dienstverlener. Content werd minder belangrijker, de waardepropositie kwam weer terug in het spotlicht.

De conclusie is daarmee misschien een open deur, maar niet minder relevant. Content kan een hoop merken helpen. Maar veel andere merken moeten vooral hun werk goed doen: de klant zo effectief mogelijk helpen.

Content is daarbij niet perse nodig. Sterker, het kan afleiden en de aandacht precies de verkeerde kant opsturen, zowel intern, als extern. De beste controle is de meest basale vraag van marketing: waar zijn we hier eigenlijk voor en hoe kunnen we dit het beste doen? Als je hier vroeger geen content voor nodig had, is dan kans groot dat dit nu nog steeds zo is.

4 uitgangspunten voor slimme apparaten

Leestijd: < 1 minuut
Scott Jenson, creatief directeur bij Frog Design schreef een artikel over intelligente apparaten.

Hij heeft een aantal interessante uitgangspunten.

Precies op tijd
Interactie moet er alleen zijn als je die wenst. Voor veel slimme apparatuur moet je slim zijn om ze te gebruiken. Terwijl je ze in de regel liever dom hebt, met een simpele aan-uit-knop.

Alleen in bijzondere situaties wil je de diepte in. Bijvoorbeeld als je de eigenschappen van het apparaat wilt aanpassen.

Microfunctionaliteit
Slimme apparaten moeten zich focussen. Niemand wil een broodrooster met een waaier aan mogelijkheden. Maar een functionaliteit, die bij storing automatisch contact opneemt met de fabrikant, kan heel handig zijn.

Vrije interactie
Apparaten kunnen slim zijn, maar hun bediening niet. De navigatie moet overgelaten worden aan slimme schermen. Het broodrooster moet geen klein bedieningspaneel hebben, je moet deze met je iPhone kunnen bedienen.

Ecosysteem
Er moet een universele standaard komen die al deze apparatuur verbindt en op elke locatie toegankelijk maakt.

Kortom: slim is leuk, maar beperking is minstens zo belangrijk.

IKEA maakt winkel van banner

Leestijd: < 1 minuut

Een leuk voorbeeld hoe ‘nuttige marketing’, de brand-utility, overal op kan duiken, zelfs in een banner.

IKEA maakte van een standaard 300×250-banner een winkel. De banner toont allerlei kleine icoontjes van producten. Door met je muis over de producten te gaan, verschijnt een grotere afbeelding van een artikel, dat je met een klik gelijk kunt bestellen.

Het filmpje vertelt meer. Het beste kun je het vanaf 0:34 bekijken.

Bron: Guerrilla Communication

Innovatie leg je niet uit, dat laat je zien

Leestijd: < 1 minuut

Het moeilijke van innovatie is dat het ongrijpbaar is. Innovatiebureaus leggen hun specialisme meestal uit aan de hand van wat ze niet doen. ‘We denken niet in de kaders’, ‘we beperken ons niet tot afdelingen’.

Wat het wel is, is vaak lastiger te vertellen.

Design-thinking heeft voor mijn gevoel ook deze beperking. De voorbeelden zijn inspirerend, maar de uitleg van aanpak blijft abstract.

Hier is op twee manieren mee om te gaan.

De ene mogelijkheid is om beter uit te leggen wat het wel is. Maar zoals John Cleese ooit zei: het vermogen om iets te snappen is hetzelfde als het vermogen om het te kunnen.

Een klassiek componist kan mij proberen uit te leggen wat een goede compositie zo mooi maakt. Maar om die uitleg echt te snappen, moet ik zelf kunnen componeren.

Dus waarschijnlijk wordt de ultieme definitie van innovatief denken alleen gesnapt door mensen die innovatief denken.

De klassieke componist kan ook zeggen dat het proces een zwarte doos is. Ondoorgrondelijk en voor een leek niet te begrijpen. Maar het resultaat zegt meer dan genoeg: luister gewoon naar de muziek.

Misschien moeten innoveerders geen moeite meer doen om uit te leggen wat hun werkwijze is. Het is ondoorgrondelijk en voor een leek niet te begrijpen, hedendaagse tovenarij. Maar vertrouw ons en kijk naar de muziek die er eerder uit is gekomen.