Lieve conferenties, stoute conferenties

Leestijd: 2 minuten

Ik doe graag een oproep. Is het mogelijk dat meer conferenties het hart centraal zetten in plaats van het hoofd?
Want als ik eerlijk ben, vind ik de meeste conferenties niet zo leuk. Ik verveel me snel en worstel met binnensmondse irritatie. Voor mijn gevoel geldt dit voor veel mensen.

Ik denk dat dit komt, omdat het uitgangspunt meestal niet klopt. Het gaat teveel om het hoofd. Sprekers moeten doen alsof ze het Grote Antwoord kennen. Want toehoorders verwachten bij iedere lezing een doos vol briljante inzichten.

Dat is simpelweg niet mogelijk. Vrijwel niemand snapt Het Geheim van Succes. Een inzicht dat de ene keer werkt, is waarschijnlijk de andere keer moeilijk toepasbaar. En er is zo’n groot aanbod van slimme inzichten, dat je de meeste stellingen links- of rechtsom weleens bent tegengekomen.

Verder blijft de essentie van succes toch inspiratie. En inspiratie breng je niet over met stelregels.

Tegelijkertijd zijn er conferenties die me zo inspireren dat ze me blijvend beïnvloeden. Grappig genoeg waren dit vrijwel altijd ‘unconferences’. Kleinere bijeenkomsten waar mensen uit hun hart spraken. Over dingen waarvan ze simpelweg blij werden. Inspiratie stond centraal en inspiratie werkt aanstekelijk, voordat je het weet voel je het zelf ook.

Mastermundo van Marcel Kampman vind ik altijd een heerlijke grabbelton van mooie dingen. Bij de Kruisbestuiving van Bloei vind ik alles mooi en iedereen aardig. En gisteren ontdekte ik tijdens The Awesome Slideshow van Sue Amsterdam weer hoeveel leuke mensen er zijn in ‘het wereldje’.

Want het mooie van inspiratie is dat de voorraad oneindig is. Er zitten maar enkele goede antwoorden in het hoofd. Maar het hart zit vol verhalen.

Een goede conferentie is net als poëzie: je wordt er door geïnspireerd en daar haal je je eigen antwoord wel uit. Dat hoeft niemand in een stappenplan voor je uit te schrijven.

 

Werner Vogels over innovatie bij Amazon

Leestijd: 2 minuten

Mastermundo was dit weekend zoals verwacht inspirerend. Zowel qua inhoud als vorm. Het Stille Disco principe werd bijvoorbeeld toegepast tijdens het ‘congres’.

Werner Vogels is de CTO van Amazon. Hij sprak in het Stedelijk Museum via de koptelefoon over innovatie. Daarna heb ik nog een tijdje met hem van gedachten mogen wisselen. Hier een aantal interessante inzichten.

Vogels vertelde dat Amazon bij innovatie niet kijkt naar de dingen die veranderen. Centraal staan juist de elementen die niet veranderen. Bijvoorbeeld de behoefte aan een lage prijs en snelle bezorging. Amazon besloot in dat kader bijvoorbeeld haar budget voor reclame te investeren in een gratis bezorgservice.

Op basis van deze vaste elementen geeft Amazon kleine, interdisciplinaire teams de vrijheid om te innoveren. Het principe is daarbij dat ‘ja, het kan’ makkelijker is te zeggen dan ‘nee, het kan niet’. Het bedrijf heeft het bijvoorbeeld heel makkelijk gemaakt om de prijs van een product te verlagen. De prijs van een product kan ook worden verhoogd, maar daarvoor moet een groot aantal stappen en meerdere bestuurslagen worden doorlopen.

Deze vrijheid gaat gecombineerd met verantwoordelijkheid. Marketing is bijvoorbeeld niet de taak van een bepaalde afdeling, maar van iedereen in het team. Zo heeft iedereen bij Amazon de mogelijkheid om op ‘de rode’ knop te drukken als iets niet gaat zoals het moet. Als bijvoorbeeld blijkt dat een bepaalde tafel frequent beschadigd wordt bezorgd, heeft iedereen van de klantenservice de mogelijkheid – en dus de verantwoordelijkheid – om deze met een druk op de knop direct uit de collectie te halen.

Interessant is ook de wijze waarop Amazon een – vaak wat hol – begrip als klantgerichtheid invult. Voor nieuwe software geldt bijvoorbeeld dat ontwikkelaars eerst het persbericht moeten schrijven. Dit dwingt hen na te denken over de toegevoegde waarde en de essentie van de service. Vervolgens wordt een handleiding met een FAQ-sectie geschreven. Pas daarna wordt met de ontwikkeling begonnen.

Congrestip: Mastermundo

Leestijd: < 1 minuut

Ik heb een sympathie voor de underdog. Dus in tijden van grote congressen geef ik graag wat aandacht aan Mastermundo. Vorig jaar organiseerde Marcel Kampman, onder andere van Texelse Boys, het congres voor het eerst.

Last-minute in elkaar gezet en voor een verwaarloosbaar bedrag te bezoeken. Maar wel met internationale topsprekers. Deze kon je, door het kleinschalige karakter van het evenement, makkelijk persoonlijk aanspreken.

Het leuke was dat ze uitgenodigd waren om over hun persoonlijke passie te praten. Daardoor brachten ze een geinspireerd verhaal, in plaats van het gestandaardiseerde verkooppraatje.

Dit jaar is er deel 2, maar voor 30 euro kun je er 27 september bij zijn. Wederom een internationale sprekerslijst.

Meer info

Pixar: interview over collectieve creativiteit

Leestijd: 2 minuten

Een van de bedrijven waar mijn hart al jaren sneller van gaat kloppen is Pixar. Het bewijst dat scherpe, bezielde creativiteit en brede commercie goed samen kunnen gaan. Waar Walt Disney op een gegeven moment met films als Bambi 2 oude ideeen schaamteloos exploiteerde, blijft Pixar zichzelf uitdagen.

Harvard Business Review interviewde Pixars directeur Ed Catmull over hoe je creativiteit als collectief goed managed. Vanzelfsprekend interessant.

Wat quotes:

“If you give a good idea to a mediocre team, they will screw it up; if you give a mediocre idea to a great team, they will either fix it or throw it away and come up with something that works.”

“People show work in an incomplete state to the whole animation crew, and although the director makes decisions, everyone is encouraged to comment.

There are several benefits.

First, once people get over the embarrassment of showing work still in progress, they become more creative.

Second, the director or creative leads guiding the review process can communicate important points to the entire crew at the same time.

Third, people learn from and inspire each other; a highly creative piece of animation will spark others to raise their game.

Finally, there are no surprises at the end: When you’re done, you’re done. People’s overwhelming desire to make sure their work is “good” before they show it to others increases the possibility that their finished version won’t be what the director wants. The dailies process avoids such wasted efforts.”

“Because we’re a creative organization, people tend to assume that much of what we do can’t be measured or analyzed. That’s wrong. Most of our processes involve activities and deliverables that can be quantified. We keep track of the rates at which things happen, how often something has to be reworked, whether a piece of work was completely finished or not when it was sent to another department, and so on. Data can show things in a neutral way, which can stimulate discussion and challenge assumptions arising from personal impressions.”

Mocht je overigens meer over Pixars creativiteit willen weten, houd dan Michael B. Johnson in de gaten. Hij geeft veel lezingen en is ook regelmatig in Nederland. Bijvoorbeeld voor PICNIC en Mastermundo.