Merkstrategie is dood. Leve merkstrategie!

Leestijd: 2 minuten

Merkstrategie heeft aan relevantie verloren. En tegelijkertijd wordt het belangrijker. Twee tegengestelde ontwikkelingen lijken van invloed.

Enerzijds worden merken in het digitale landschap flexibeler. Activiteiten kunnen een stuk makkelijker worden aangepast dan vroeger.

Dit is ook nodig, want merken moeten sneller reageren. Hun speelveld is een stuk dynamischer geworden.

Daardoor komt er meer nadruk op tactiek: doe het, zie wat er gebeurt en pas het aan. Een bekende inspiratiebron is de ontwikkeling software: ‘release fast, release often’.

Deze trend lijkt de behoefte aan strategie te verminderen. Het is beter om het snel te doen dan er lang over na te denken.

Tegelijkertijd is er meer mogelijk. Door de dynamiek is de verzuiling in marketingland is verdwenen.

Het verschil tussen een medium en een product is bijvoorbeeld vervaagd: is een app een medium of een dienst? En de grens tussen markten is verdwenen: een merk concurreert met vrijwel elk ander merk, is het niet met een product, dan is het wel met communicatie of PR.

Door deze vervaging weten veel merken niet goed wat ze met nieuwe mogelijkheden moeten. Of of ze er überhaupt iets aan hebben.

Ofwel: aan de ene kant is strategie planning en de behoefte hieraan lijkt verminderd. Natuurlijk werken merken met contentkalenders en marketingagenda’s. Maar uiteindelijk is de wereld minder planbaar geworden en wordt er meer geïmproviseerd.

Anderzijds stel strategie basale vragen: waarvoor zijn we hier en wat hebben we hiervoor voor nodig? Het belang hiervan wordt voor mijn gevoel groter. Want hoe groter de dynamiek en hoe vager de grenzen, hoe belangrijk je je eigen rol moet begrijpen.

Sociale media zijn een goed voorbeeld. Veel merken zijn er mee bezig en volgen tactische benadering. Ze vinden stapsgewijs uit wat het beste werkt. Er is weinig planning nodig.

Maar dit leidt ook tot willekeur, veel merken ‘doen maar wat’. Weinig zijn in staat om met sociale media  obstakels in hun aankoop- of gebruiksproces weg te nemen. Simpelweg omdat ze niet goed weten wat hun rol is in zo’n nieuw domein.

Kortom: strategie wordt minder ‘wanneer’ en meer ‘waarom’.

Het ongelijk van content

Leestijd: 2 minuten

Er wordt veel geschreven over content. Content lijkt de sleutel voor merken die aan hedendaagse marketing willen doen.

Daar is een hoop voor te zeggen. Maar, zoals vaak bij trends, is het automatisme gevaarlijk. Waarom heb je content eigenlijk nodig?

Recentelijk hielp ik een groot, wereldwijd merk met hun digitale strategie. Het heeft een aantal mooie contentcases. Ze komen vaak voorbij als een blauwdruk van hoe het moet.

Interessant was echter, dat het succes een belangrijke keerzijde had. Het merk had rumoer gecreëerd en de content had nieuwe mensen aangetrokken.

Maar in commercieel opzicht had dit weinig opgeleverd. Want de mensen die werden aangetrokken, voldeden meestal niet aan het klantenprofiel.

En de content was aantrekkelijk, maar had weinig van doen met de kernpropositie. Het maakte het merk leuk en eigentijds, maar niet relevanter.

Het merk was daardoor op zoek naar een andere koers. Daarom zijn we gaan graven.

We ontdekten dat digitale en sociale media een verrassend aantal obstakels in het oriëntatie-, aankoop- en gebruiksproces konden verbeteren. Deze oplossingen waren misschien iets minder PR-waardig, maar veel relevanter voor de klant en daarmee lonender voor het merk.

Het merk had er dus meer aan om deze media niet als media te benaderen, maar als dienstverlener. Content werd minder belangrijker, de waardepropositie kwam weer terug in het spotlicht.

De conclusie is daarmee misschien een open deur, maar niet minder relevant. Content kan een hoop merken helpen. Maar veel andere merken moeten vooral hun werk goed doen: de klant zo effectief mogelijk helpen.

Content is daarbij niet perse nodig. Sterker, het kan afleiden en de aandacht precies de verkeerde kant opsturen, zowel intern, als extern. De beste controle is de meest basale vraag van marketing: waar zijn we hier eigenlijk voor en hoe kunnen we dit het beste doen? Als je hier vroeger geen content voor nodig had, is dan kans groot dat dit nu nog steeds zo is.

4 uitgangspunten voor slimme apparaten

Leestijd: < 1 minuut
Scott Jenson, creatief directeur bij Frog Design schreef een artikel over intelligente apparaten.

Hij heeft een aantal interessante uitgangspunten.

Precies op tijd
Interactie moet er alleen zijn als je die wenst. Voor veel slimme apparatuur moet je slim zijn om ze te gebruiken. Terwijl je ze in de regel liever dom hebt, met een simpele aan-uit-knop.

Alleen in bijzondere situaties wil je de diepte in. Bijvoorbeeld als je de eigenschappen van het apparaat wilt aanpassen.

Microfunctionaliteit
Slimme apparaten moeten zich focussen. Niemand wil een broodrooster met een waaier aan mogelijkheden. Maar een functionaliteit, die bij storing automatisch contact opneemt met de fabrikant, kan heel handig zijn.

Vrije interactie
Apparaten kunnen slim zijn, maar hun bediening niet. De navigatie moet overgelaten worden aan slimme schermen. Het broodrooster moet geen klein bedieningspaneel hebben, je moet deze met je iPhone kunnen bedienen.

Ecosysteem
Er moet een universele standaard komen die al deze apparatuur verbindt en op elke locatie toegankelijk maakt.

Kortom: slim is leuk, maar beperking is minstens zo belangrijk.

IKEA maakt winkel van banner

Leestijd: < 1 minuut

Een leuk voorbeeld hoe ‘nuttige marketing’, de brand-utility, overal op kan duiken, zelfs in een banner.

IKEA maakte van een standaard 300×250-banner een winkel. De banner toont allerlei kleine icoontjes van producten. Door met je muis over de producten te gaan, verschijnt een grotere afbeelding van een artikel, dat je met een klik gelijk kunt bestellen.

Het filmpje vertelt meer. Het beste kun je het vanaf 0:34 bekijken.

Bron: Guerrilla Communication