Merkstrategie: de piramide is omgedraaid

Leestijd: 2 minuten


Vroeger maakte je als merkstrateeg een keuze. En daar zat je aan vast. Vervolgens zag je de consequenties iedere dag op TV.

Het was dus belangrijk dat je zeker wist dat je de juiste keuze had gemaakt. Daarom werd er veel energie in het voorbereidingstraject gestoken. Dikke rapporten, veel uren.

Na het rapport gaf je het traject uit handen. Je was vooral bezig met het gevecht om de zuivere gedachte. ‘Nee, creatief, dit is een leuk idee, maar past niet bij de strategie’. ‘Nee, klant, deze propositie is misschien interessant voor de quick-win, maar doet op langere termijn een afbreuk aan je belofte’. Etc.

Aan het eind van het traject keek je terug naar het rapport en dat wat er lag. Een grom met het biertje aan de bar: ‘Je moet weten dat het oorspronkelijk allemaal scherper bedoeld was. Maar ja. Die creatief. Die klant.’



Nu staan budgetten onder druk. Is geleerd dat dikke rapporten in lades blijven. En kan dankzij ‘de digitale techniek’ een activiteit vrij makkelijk worden aangepast: werkt het niet helemaal lekker, dan pas je het morgen aan.

De stap van idee naar executie is daarmee een stuk korter. En omdat merken vele malen meer uitingsvormen hebben, is het niet de uitdaging een gedachte letterlijk naar een uiting te vertalen. Het gaat  er meer om dat deze een achterliggende rode draad is bij allerlei ‘fragmenten’. De Grote Gevoel kristalliseert stapsgewijs.

Of, zoals Russell Davis een tijdje geleden schreef: “Starting doing stuff. Start executing things which seem right. Do it quickly and do it often. Don’t cling onto anything, good or bad. Don’t repeat much. Take what was good and do it differently. Look for the patterns that emerge.” Zie dit Frislicht-artikel.

Het gaat er daarmee niet om exact te verwoorden wat de strategie is. Natuurlijk is een duidelijk vertrekpunt belangrijk. Maar het gaat er vooral om deze het simpel en bruikbaar is. Niet bulletproof, niet perse 100% scherp en niet alles omvattend. Ofwel, ga snel beta. De uitdaging zit ‘m in de concretisering van de gedachte. Wat betekent dit voor het product? Hoe kan het eerste kleine stapje morgen worden gemaakt?

Ofwel, de piramide is omgedraaid. En de stap tussen strategie en executie is er nauwelijks meer. Niet lullen, maar doen, eigenlijk.

Wanneer de marketing het product wordt

Leestijd: 2 minuten

Helge Tennø heeft een tijdje geleden een inspirerende presentatie online gezet: When Marketing Becomes The Product. Recentelijk heeft hij een tweede deel geplaatst.

De presentaties van Tennø kenmerken zich door mooi vormgegeven sheets met vaak wat avantgardistische teksten. Ofwel, visueel erg toegankelijk, tekstueel soms wat kauwen.

De gedachte ligt in de lijn van de ‘marketing als service’ school en geeft een mooie samenvatting van eerdere Frislicht-berichten.

De kern: marketingactiviteiten moeten nuttig zijn en waarde bieden, niet alleen maar opvallen. De uitdaging van marketing is daarmee dienstbaarheid te creëren, niet om simpelweg producten aan te bieden. Want een goed product op het verkeerde moment heeft geen waarde. Door het product aan de juiste context te koppelen, creëert marketing waarde.

Neem bijvoorbeeld de Amerikaanse Greenwheel Zipcar. Een belangrijke uitdaging van marketing is om ervoor te zorgen dat de ‘huurauto’ zo makkelijk mogelijk toegankelijk is. Want als je er naast staat, maar ‘m niet kunt reserveren, is de auto ‘waardeloos’.

Marketing kan deze waarde steeds makkelijker bieden dankzij informatietechnologie. Dat is in het dagelijkse leven versmolten en inmiddels overal en altijd op de achtergrond aanwezig. Met je mobiel kun je bijvoorbeeld altijd je auto reserveren, lokaliseren en openen. Hiermee wordt het product vele malen dienstbaarder.

Een product zal daarmee steeds meer het begin van een relatie zijn. Het biedt de mogelijkheid om een gebruiker aanvullende diensten te verkopen. De gebruiker wordt daarmee een abonnee, doordat marketing aanvullende, terugkerende waarde rondom een product creëert. Een voorbeeld is de iPhone (het product) en de App-store (het ‘abonnement’). Zie dit eerdere bericht op Frislicht.

Kortom: marketing is niet iets dat er later bij komt. Het is iets dat onzichtbaar in de productervaring zit verweven. Het product wordt de marketing, de marketing het product.

Brand-utilities en snelle prototpyes

Leestijd: 2 minuten

Een reclame moet mooi en inspirerend zijn. Het is belangrijk dat hij wordt fijngeslepen. Anders krijgt de droomwereld rafels. Dit pleit ervoor om een brand-utility (de combinatie van een dienst en een reclame) eerst mooi te maken en dan pas live te zetten.

Een dienst moet handig zijn. Maar ook betrouwbaar. Dat is een interessant spanningsveld. Ook betrouwbaarheid vraagt om fijnslijpen, zowel qua functionaliteit (werkt het perfect) als qua indruk (komt het goed over).

Echter, handigheid is in de regel de grootste scherprechter voor een dienst. Iets handigs dat niet zo betrouwbaar is, heeft meer kans van slagen, dan iets betrouwbaars dat niet echt handig is.

Of iets handigs is, wordt past echt getest als een dienst live is. Dan staat de dienst in z’n natuurlijke omgeving. Het ‘doet ie het of doet ie het niet’-moment is er snel en hangt vaak af van dingen waarmee vooraf geen rekening is gehouden.

Dit pleit ervoor om een brand-utility snel live te zetten. Dan weet je of je scoort op het belangrijkste punt. Voor brand-utilities is dit extra belangrijk, omdat het diensten zijn met een campagnematig karakter. Ze moeten snel effect hebben.

Een manier om aan deze spagaat te ontkomen, zijn ‘snelle prototypes’. Simpele, elementaire versies van brand-utilities die snel in een live-situatie kunnen worden getest. Ze worden geïntroduceerd als beta-versie, wat een motief geeft om een aantal dingen half te doen of zelfs helemaal weg te laten.

Dan loop je gelijk tegen de fundamentele pro’s en con’s van het concept aan. Daarmee kun je vervolgens in gevecht. Om dan een aangescherpt prototype live te zetten. Want dat is het voordeel van een online dienst: je kunt ‘m makkelijk en frequent aanpassen.

En zo’n prototype dwingt je de brand-utility in z’n meest, simpele rudimentaire vorm neer te zetten. Wat is perse nodig, wat kan later? Ofwel, het dwingt je de essentie te vinden. Zie de eerste versie van Google. (Waarschijnlijk kom je snel tot de conclusie dat de rest ook in een latere fase eigenlijk niet nodig is, maar dat even terzijde).

Tom Kelley schreef hier ooit over: “Prototyping is problem solving. It’s a culture and a language. You can prototype just about anything—a new product or service, or a special promotion. What counts is moving the ball forward, achieving some part of your goal. Not wasting time.”

Merken zijn vaak bang dat een half product de verkeerde aandacht krijgt, waardoor er afbreuk aan het imago ontstaat. Het verschil tussen een reclame en een brand-utility is echter dat een reclame gelijk voor optimale zichtbaarheid gaat: ‘weinig opvallend’ is ‘niet opvallend’. Een online dienst die weinig promotie krijgt, blijft onder water, maar kan makkelijk in z’n eigen vacuüm blijven leven: iets kan in een klein cirkeltje erg handig zijn. Maar dit vacuüm bestaat wel uit een echte, natuurlijk omgeving, die de kerngedachte goed kan testen.

Meer over Kelley’s visie op prototyping is in dit artikel te lezen.