Strategen moeten niet te veel snoeien

Leestijd: 2 minuten


Als strateeg geloof ik in de eenvoud van heldere keuzes. Je moet goed weten wat je wel doet en nauwkeurig beslissen wat je niet doet.

Tegelijkertijd leert het digitale tijdperk ons het belang van snelle prototypes en gewoon proberen & zien wat er gebeurt: release early, release often.

Keuzes zijn in dit geval niet altijd helder, de realiteit bepaalt welke overleven. Het geeft een eigentijdse uitleg aan Mao’s ‘Let a thousend flowers bloom’: plant een hoop zaaitjes, je ziet vanzelf welke bloemen het beste bloeien.

Zojuist kwam ik bij Tom Peters deze quote tegen van Arie de Geus, de vader van scenarioplanning bij Shell. Deze geeft een mooie visie op het spanningsveld tussen de twee. En hij gaat ook over bloemen ;).

“Rose gardeners face a choice every spring. The long-term fate of a rose garden depends on this decision. If you want to have the largest and most glorious roses of the neighborhood, you will prune hard. This represents a policy of low tolerance and tight control. You force the plant to make the maximum use of its available resources, by putting them into the rose’s ‘core business.’ Pruning hard is a dangerous policy in an unpredictable environment. Thus, if you are in a spot where you know nature may play tricks on you, you may opt for a policy of high tolerance. You will never have the biggest roses, but you have a much-enhanced chance of having roses every year. You will achieve a gradual renewal of the plant. In short, tolerant pruning achieves two ends: (1) It makes it easier to cope with unexpected environmental changes. (2) It leads to a continuous restructuring of the plant. The policy of tolerance admittedly wastes resources—the extra buds drain away nutrients from the main stem. But in an unpredictable environment, this policy of tolerance makes the rose healthier in the long run.”

De quote komt uit het boek The Living Company, via Google kun je er hier doorheen bladeren. En hier kun je het netjes kopen.

Een interessante les van fractal marketing?

Leestijd: 2 minuten

Gisteren zag ik een aflevering van The Code van de BBC. De driedelige serie laat zien hoe wiskundige principes aanwezig zijn in het dagelijkse leven.

De tweede aflevering ging onder meer over de wijze waarop de natuur is opgebouwd. Natuurlijke fenomenen maken veelvuldig gebruik van fractals. Een fractal is geometrische vorm die zichzelf steeds herhaalt. Het grote totaal is net zo opgebouwd als het kleinste deel.

Een boom is hier een goed voorbeeld van: een klein takje is hetzelfde opgebouwd als de boom zelf. Doordat de natuur deze eenvoudige principes consequent toepast – bij een boom is het principe simpelweg dat een deel zich na enige tijd vertakt in twee delen – zijn op een hele efficiënte manier complexe objecten te creëren.

Mensen hebben een intuïtieve waardering voor dergelijke mechanismes, het zit in onze natuur, zo gezegd. De abstracte schilderijen van Jackson Pollock hadden een tijd een onverklaarbare aantrekkingskracht. Totdat werd ontdekt dat hij gebruik maakte van fractals. De schilderingen blijven dezelfde opbouw volgen, ook als je er op inzoomt. Hier een zelfgemaakt voorbeeld: telkens heb ik een klein stukje van hetzelfde Pollock-schilderij uitvergroot.

Geïnspireerd door de documentaire bedacht ik me dat deze principes ook toepasbaar zijn op marketing. Want in essentie probeert hedendaagse marketing ook fractals te maken.

Grote merken proberen zich te gedragen als de kleinste organismes, zoals mensen. En idealiter blijft een organisatie deze mechanismes consequent toepassen, hoever je er ook op inzoomt. Het bedrijf, de merken, de afdelingen en de werknemers gedragen zich consequent volgen dezelfde menselijk principes: open, warm, eerlijk en betrokken.

Waarschijnlijk is het zo dat hoe consequenter een bedrijf deze simpele, menselijke principes toepast, hoe harmonieuzer het totale patroon wordt en hoe natuurlijk het voor klanten voelt.

Uiteraard is dit alles niet nieuw. Maar de documentaire heeft me wel aan het denken gezet of we deze principes inderdaad consequent genoeg toepassen. Is er überhaupt nog wel een verschil te maken tussen merkmodellen, consumentenmodellen en organisatiemodellen? Of zijn de achterliggende principes eigenlijk verduveld eenvoudig, net als die van de boom?

Stop met sociaal

Leestijd: < 1 minuut

Alles gaat over sociaal. En dat is prima. Maar het begint ook als een tunnelvisie te voelen. Als je een hamer hebt, zie je overal spijkers. Het middel is een doel.
Daarbij: een goede innovatietechniek is om iets cruciaals weg te nemen en vervolgens te kijken met welke oplossingen je komt. Op welke ideeën kom je als een restaurant geen keuken heeft?
En simpel gesteld zijn mensen binnen sociale omgevingen fan van merken waarmee ze voor die tijd ook iets hadden. Sociaal versterkt vaak een momentum dat er al is.
Daarom: laat social even los. Enerzijds omdat er meer is dan de tunnel, sociaal is nog steeds één van de middelen. Anderzijds omdat je op die manier waarschijnlijk op betere sociale concepten komt. Sociaal gedrag is vaak een consequentie. Iets is leuk, waardevol of persoonlijk en daardoor gaan mensen het delen of er een relatie mee aan.

Dus het beste begin is om gewoon iets leuk, waardevols of persoonlijks te ontwikkelen. Net als vroeger, gewoon normaal.